Eigenlijk vind je ze overal maar je moet ze wel willen zien.
Vanmiddag had ik de eer een prinsesje te mogen ontmoeten.
Ook al waren haar blonde haartjes niet voorzien van een gouden kroontje, haar oogjes schitterende als twee zeldzame diamantjes.
Haar naam is Maud, ze is prinses en ze praat honderduit.
Of ik met haar tekenen wil, vraagt ze me en ze houdt daarbij haar hoofd een beetje schuin alsof ze zo het antwoord van mijn gezicht kan aflezen.
"Ik teken eerst iets en jij tekent mij dan na, goed ?"
Ja, dat wil ik wel.
Ik voel me zelfs een beetje vereert om met een prinsesje te mogen tekenen.
Geef toe, zoiets overkomt je niet elke dag !
Ze kiest zorgvuldig een kleur uit haar toverdoos en tekent een kasteel met grote ophaalbrug.
In het midden van de brug plaatst ze een grote deurknop.
Het lijkt wel een bolle buik met navel.
Een zwangere ophaalbrug.
Alsof al haar geheimen zich achter deze warme poort bevinden.
Links en rechts tekent ze blauwe raampjes met roze gordijntjes.
Wat had je anders gedacht ?
Roze is de kleur bij uitstek voor prinsesjes.Naast het kasteel staat een schommel want prinsesjes schommelen graag. Ze tekent er twee.
Misschien voor de lieve prins die ze later ontmoeten zal.
Op de toren van het kasteel tekent ze een paarse vlag die naast een blauwe wolk staat te wapperen.
Dit is onmiskenbaar haar kasteel.
Ik zie het aan de 'M' van Maud.
Die letter heeft ze er eigenhandig opgeschreven. Het kostte haar moeite want het topje van haar tong piepte tussen haar rozige lipjes door.
Een erg knappe prestatie voor een prinsesje van nog maar vijf jaar.
Ondertussen speelt prins Miel buiten in de tuin.
Het 'weggeltje' naar zijn prinsendom is wankel.
Enkel koene ridders durven deze weg over houten balken te betreden.
Maar achtjarige prinsjes hebben daar geen enkele moeite mee.
Met twee grote aktetassen vol kleine maar o, zo belangrijke schatten vereffent hij het pad voor ons.
En daar, tussen duizenden grassprietjes, bevindt zich zijn koninkrijk gemaakt van oude lakens, stokken en wasknijpers.
Hij is de koning te rijk ook al is hij nog maar prins.
Hier is het goed. Hier is het veilig.
Hier nestelt hij zich in zijn dromen.
En ik ?
Ik hou van prinsjes en prinsesjes …
.
.
.
Margo
.
(geschreven na een bezoekje aan een vriendin ... haar twee kleinkinderen logeerden enkele dagen bij haar ...)